De schoonmaker tussen twee vuren!
Ik bedoel natuurlijk niet letterlijk vuur, want dan moet je de brandweer bellen. Ik wil het hebben over de zaken die onze schoonmakers iedere dag meekrijgen terwijl ze werken bij de klant.
Afgelopen week kwamen Karin en Jill bij mij langs. Dit schoonmaakduo bestaat uit een moeder en dochter. Het zijn twee heerlijke Amsterdamse dames waaraan je direct hoort waar de wieg heeft gestaan. Karin zei dat ze me “effe spreken” moest. ‘Oeps’, dacht ik, ‘wat heb ik gedaan?’. Nou, toen stak ze van wal. “Dat gezeik bij sommige klanten… Ze denken zeker dat wij Mona zijn.”
Ik begreep er helemaal niets van. ‘Maar Karin, wat bedoel je nou?’, vroeg ik. Wat bleek? Karin en Jill zijn inmiddels zo ingeburgerd bij de klanten waarvoor zij schoonmaken dat zij een soort levende “Vertel het Mona”-rubriek zijn geworden die vroeger altijd in de Story stond. Ze horen van de medewerkers alles wat er binnen een bedrijf gebeurt. Heerlijk natuurlijk, maar het levert mijn meiden ook wel eens moeilijke situaties op.
Als we een kantoor komen schoonmaken, is het vaak de wens van een klant dat we dit ‘geruisloos’ doen. Die instructie geven we dan gewoon door aan onze schoonmakers, dus dat is verder geen enkel probleem. Maar in de praktijk gaat het dan toch net even wat anders. Onze schoonmakers worden soms gezien als een Mona, terwijl zij juist zo geruisloos mogelijk willen schoonmaken.
Daarom vandaag een oproep van mij aan alle HR-managers. Als onze schoonmakers zo geruisloos en onzichtbaar mogelijk moeten zijn, instrueer dan ook de eigen medewerkers dat zij conflicten op het werk niet met de schoonmakers moeten delen. Zij kunnen en mogen hier niets mee en zo worden ze alleen maar in een lastig pakket gebracht.
Alvast bedankt, namens een trotse werkgever!